hoe kun je boosheid aanpakken?

Boos zijn is vaak een lastige kwestie, want boosheid is aan de ene kant een gezonde emotie waarmee je grenzen aangeeft. Maar aan de andere kant mag boosheid er vaak niet zijn, omdat het direct veel emoties bij de ander losmaakt. Het is belangrijk om gezond om te gaan met boosheid en erover te praten, zodat het kind kan kiezen voor ander gedrag dan woede en frustratie.

Het werkboek Stap uit je boosheid

Als boosheid lastig wordt, is het goed om hieraan te werken voordat er een negatieve lading op komt. Petra van de Berenbrigade heeft daarom een werkboek Stap uit je boosheid gemaakt om te werken aan zelfregulatie van de boosheid.
In deel 1 van het werkboek staat een uitleg wat er in je lijf gebeurt als stress & boosheid zich opbouwen.
In het tweede deel kun je lezen welke vaardigheden je kunt inzetten om minder stress op te bouwen. Je leert hier veel over jezelf en hoe je dit slim kunt inzetten.
En in het laatste deel kun je samen met het kind een plan maken om te werken aan meer zelfcontrole. Als het werkboek is afgerond, heeft het kind de boosheid meer onder controle, kent het zichzelf beter, heeft het een mooi naslagwerk en kan dit er steeds even bij pakken als het nodig is.

Het werkboek over boosheid & stress bestellen

Je kunt het werkboek Stap uit je boosheid bij coachpraktijk de Berenbrigade bestellen via deze link. Als je nog meer over boosheid en stress bij kinderen wil weten, dan kun je je ook inschrijven voor een workshop of een spreekuur bij Petra. In de webshop van de Berenbrigade vind je de mogelijkheden.

met een systemische bril werken in het onderwijs

Systemisch denken vind ik een mooie manier van kijken. Je kunt deze blik gebruiken om te kijken naar groepen mensen zoals een familie, een sportclub, een vriendengroep of een school.
Met een systemische bril kun je kijken naar de dynamiek en kun je onrust zichtbaar krijgen en zien wat er wel en niet in balans is. Als er niets aan de hand is, leun je achterover. Maar als er onrust is, kun je de systemische bril opzetten. Met deze blik kun je zoeken naar wat er niet in balans is en dan kun je proberen om beweging te brengen.

Onrust in de school of in een groep

Stel dat er onrust op een school of in een klas is, dan kun je dit systemisch onderzoeken. De systemische bril bekijkt het probleem vanuit een aantal kaders en dat zijn o.a. 3 basisprincipes die je in ieder systeem terug kunt vinden.
Het eerste principe heet binding en betekent dat iedereen recht heeft om erbij te horen. Het systeem is pas in harmonie als iedereen een plek heeft.
Het tweede principe is ordening en deze bepaalt op welke plek iemand staat. Er is in een school (of een familie) altijd iemand het oudste, of er het langste of er is iemand het jongste. Bij iedere plek hoort een bepaalde verantwoordelijkheid. Als iedereen zich op zijn eigen rol focust en de verantwoordelijkheden neemt die hier bij passen, dan is er rust.
Het derde en laatste principe is uitwisseling, dit is een balans vinden tussen het geven en nemen. Iedere keer als je wat geeft, is er een onbalans tot de ander weer wat terug kan geven. Is de weegschaal steeds uit balans, dan kan het schuren.

loyaliteit

Een kind is verplicht loyaal aan zijn familie, eenvoudigweg omdat het wil kunnen overleven. Het hart van het kind wordt gevuld door de familielijn en het is voor 50% van moeder en voor 50% van vader.
Iedereen, dus ook het kind heeft zijn eigen lot te dragen. Een lot zijn de eigen lasten, de dingen die je mee hebt gemaakt en waar je het mee mag doen in je leven. Je lot dragen kan zwaar zijn, maar deze kun je altijd dragen. Een lot wordt zwaarder als andere mensen deze belasten met een oordeel, bijvoorbeeld hoe de ouders je opvoeden, of het medelijden dat je voelt omdat je in een rolstoel zit.
Het is voor een kind moeilijk als het moet kiezen tussen thuis en school, het wil niets liever dan dat het goed gaat met zijn ouders. Ze voelen haarfijn aan, als je een oordeel hebt over hun familie. Vaak kiezen ze bij een oordeel om verhalen niet te delen of kunnen moeilijk gedrag laten zien. Ben je als leerkracht op zoek naar een open gesprek, probeer dan ieder kind met een warm en oordeelloos hart te bekijken. Laat het kind zijn zoals het is.

Met de kinderen in de groep kun je kijken naar de basisprincipes, erover praten en oefenen om beweging te krijgen en balans te vinden. Je zult merken dat als je gaat praten en werken over de principes er van alles gaat gebeuren en bewegen.

Erbij horen

In een groep is het belangrijk dat iedereen weet en voelt dat hij of zij erbij mag horen.
Het is daarom goed dat iedereen begrip heeft voor elkaar en echt naar elkaar kan kijken. Je kunt dit ‘elkaar echt zien’ op veel verschillende manieren oefenen. Als de groep dit geoefend heeft, zou je stil kunnen staan bij hoe dat voelt, dat dit besproken is.

Ordening

Het is prettig als de leerkracht en de kinderen zijn plek in de groep kan innemen. Het is goed om verschillende plekken te oefenen en te kijken welke ordening de meeste rust brengt bij het werken, welke het beste past bij buiten spelen, bij een kringgesprek of een creatieve les. Kinderen vinden het vaak een leuke uitdaging om verschillende ordeningen uit te proberen. Waarschijnlijk ervaren ze daarna beter waarom er zomaar ineens ruzie kan ontstaan en kunnen ze deze gemakkelijker en respectvol leren oplossen. Als de groep dit geoefend heeft, zou je stil kunnen staan bij hoe dat voelt dat dit besproken is.

Uitwisseling

Als laatste kun je met de kinderen praten over uitwisseling. Je kunt de kinderen laten herkennen wanneer ze geven en wanneer ze kunnen nemen. Ook kunnen ze dan gelijk leren voelen wanneer geven te groot of te klein is. Of dat het niet kunnen nemen lastig kan zijn voor de gever. Als ze deze kijk op geven en nemen begrijpen, kun je gaan praten over geven en nemen in het elkaar helpen en hoe dat helpen voelt voor beide partijen. Als de groep dit geoefend heeft, zou je stil kunnen staan bij hoe dat voelt dat dit besproken is.

de rol van de leerkracht

Als leerkracht of docent is het belangrijk om steeds met een open houding te kijken naar je rol als leider in de groep. Stel jezelf vragen rondom deze 3 basisprincipes en kijk op welke manier je vanuit jouw rol een bijdrage kunt leveren aan het groepsproces.
*Voel jij je gezien en lukt het jou om alle kinderen echt te zien?
*Sta jij op je juiste plek en hoe zorg je dat de kinderen deze kunnen voelen?
*Hoe gemakkelijk kun jij geven en nemen en op welke manier kun jij dit in je groep laten stromen?

Zijn er problemen in een school of in een groep dan kun je met systemische oefeningen kijken of er beweging kan komen en hopen dat er weer energie gaat stromen.
Om het vooral praktisch te houden, een aantal lesvoorbeelden die je kunt doen met de kinderen:

Lesideeën voor ‘Erbij horen’

  • Start twee weken de dag met een ‘check-in’. Tijdens deze check-in kijken leerlingen elkaar aan en wensen ze elkaar goedemorgen. Ieder kind komt aan de beurt en wordt even gezien en gehoord. De vragen in het kringgesprek zijn gericht op het leren kennen van elkaar. Van ‘Wat is je hobby’ en ‘Wat is je lievelingsdier?’ tot ‘Aan welke doelen wil je dit jaar werken?’ en ‘Wat is je talent?’ of andere kritische denkvragen. Alles kan en mag aan bod komen want zien en gezien worden, daar gaat het om. Kijk verder op leraar24
  • Speel met de groep of met wisselende kleine groepjes het kinderkwaliteitenspel. Zo leren ze elkaar op een andere manier kennen, kijk voor les ideeën op de website
  • Laat de kinderen in tweetallen een stamboom tekenen. Het ene kind vertelt en het andere kind tekent het. Schrijf er daarna bij welke talenten ze van hun familieleden hebben gekregen. Laat ze dit in hun tafelgroepje aan elkaar vertellen en vervolgens kiezen ze per kind een talent die ze op een groepsvel tekenen. Dit wordt in de kring gedeeld en opgehangen.
  • Laat kinderen met elkaar een interview bedenken rondom het thema: dit wist ik nog niet van jou…. Samen met de groep bedenk je vragen, vervolgens gaan de kinderen elkaar in 2 of 4- tallen interviewen en vullen het blad in. Bespreek het in de kring en laat de bijzondere dingen (dít moeten jullie echt van hem/haar weten!) vertellen.
  • Doe een klassikale mindfulness-oefening uit het boek ‘de wensster’ en sluit af door tegen ieder kind afzonderlijk te zeggen: ook jij hoort erbij.

Stel na deze oefeningen vragen aIs:
– Heeft het elkaar zien, het gevoel van erbij horen verandert?
– Wat levert het jou op om je erbij te voelen?
– Wat levert het de groep op als iedereen zich erbij voelt?
– Heb je dingen geleerd over een ander die je nog niet wist? Hoe voelt dat?
– Heb je dingen over jezelf geleerd die een ander jou heeft laten zien?  Hoe voelt dat?

Lesideeën voor de Ordening

  • Je kunt met de kinderen op verschillende manieren de tafelindeling oefenen. Maak groepjes, zet kinderen in rijen, in een u-vorm etc. Je kunt ook een groepsindeling maken met behulp van de social shuffle. Je kunt dit uitproberen en vragen aan de kinderen hoe dit voelt.
  • Laat in de gymles ordeningen oefenen. Vraag de kinderen op leeftijd te gaan staan, op volgorde van binnenkomen op school, of laat kinderen in groepjes staan naar de plek in hun gezin. Laat kinderen andere ordeningen bedenken en voer deze uit.
  • Zet de leerkracht in het midden van het gymlokaal. Geef iedereen een blokje en laat ze die op de juiste afstand van de leraar leggen. Stel dan vragen aan de kinderen hoe dit voelt en hoe ze tot deze keuze kwamen. Laat het blok een meter dichterbij leggen of een meter verder weg en stel dezelfde vragen. Een ander idee is dat de blokken blijven liggen en dat de kinderen op een ander blok gaan staan. Vraag aan ze hoe dit voelt en wat dit met ze doet.
  • Laat de verschillende tafelgroepjes de ideale groepsindeling tekenen en presenteren. Bedenk van tevoren een aantal criteria waar ze vooral op letten (een indeling waarbij de werksfeer verbetert, waarin ze goed kunnen samenwerken etc.). Vraag aan de klas of er een idee bij is dat ze graag willen uitproberen.

Stel na deze oefeningen vragen aIs:
– Hoe is dat voor jou op jouw plek in de groep?
– Welke verantwoordelijkheid voel je op deze plek?
– Hoe kun je andere kinderen helpen als je op je juiste plek staat?
– Wat kan er gebeuren als je op de verkeerde plek staat?
– Hoe kun je een ander helpen om op de juiste plek te gaan staan?

Lesideeën voor uitwisseling

  • Je kunt de kinderen in groepjes laten werken om te praten over geven en nemen. Maak kaartjes met stellingen, zoals: Stel je doet een klusje voor iemand. Wat wil je daarvoor terugkrijgen? Stel je vriendin heeft een lekker koekje voor je gebakken, wat zou je haar terug willen geven? Stel je maakt een leuke app voor de mobiele telefoon die iedereen graag wil spelen. Wat zou je daarmee willen verdienen? Stel je leent een boek uit, wanneer en op welke manier wil je deze terugkrijgen?
  • Complimenten zijn kleine aardige boodschappen die je aan een ander kunt geven. Met behulp van het complimentenspel kun je verschillende werkvormen spelen met kinderen. Op de site van het complimentenspel kun je veel inspiratie vinden.
  • Op welke manier zou jij anderen kunnen helpen en kunnen anderen jou helpen op school? Maak een ansichtkaart van je hulp-aanbod. Hang een ansichtkaartenrek aan de wand van de klas en plaats hier alle hulpkaarten in. Als iemand wat nodig heeft, kan die een hulp-kaart trekken en het aan een het betreffende kind vragen.
  • Doe een oefening in tweetallen. Het ene kind krijgt een kaartje met persoonlijke vragen die het aan de ander vertelt. De ander krijgt kaartjes met non verbaal gedrag: bv met de rug naar de ander zitten, met de ogen naar buiten kijken of tijdens het luisteren nors kijken etc. Laat ze na de oefening elkaar vertellen hoe het voelde als je je verhaal niet kunt geven aan een ander. 
  • Laat de kinderen een tekening maken n.a.v. een onderwerp. Doe de dag erna een meditatie uit het boek ‘de wensster’ en laat ze daarna een vergelijkbare tekening maken (zonder er iets bij te zeggen). Leg of hang de tekeningen in de hal bij elkaar en laat de kinderen ze allemaal goed bekijken en leg ze een paar vragen voor als: zie je verschillen in de tekeningen die je zonder en met meditatie maakte. Als je terugkijkt op jouw manier van werken aan de tekeningen voel je dat dit anders was? Kon je meer aandacht geven aan je tekening? Hoe zou je de volgende keer graag je tekening willen maken

Stel na het oefenen vragen aIs:
– Kun jij goed nemen?
– Hoe is het voor jou om te geven? Wanneer lukt het nog beter en wanneer minder?
– Wat voel je als een ander iets van je kan aannemen?
– Hoe is het voor jou om een compliment te geven of te nemen?

Om met kinderen in de groep te praten gebruik ik ook graag de methode van Groepsgeluk. Dit levert veel mooie gesprekken op met de kinderen, het is een fijne tool!
Heb je vragen of wil je graag dat ik even meedenk met een groep op jouw school, bel me of stuur een mail.

van fouten kun je veel leren…

van fouten kun je veel leren

Iets nieuws leren roept altijd verschillende reacties op, ergens tussen ‘Ja! dat wil ik’ en ‘Nee! dat wil ik echt niet’. Over deze reacties is van alles te vertellen 🙂

Nee! dat wil ik echt niet…

Mensen (en dus ook kinderen) zijn gewoontedieren. We vinden het gemakkelijk als alles bij hetzelfde blijft. Dit brengt structuur, duidelijkheid en dus een veilig gevoel. Fijn dus.

Ja! dat wil ik…

Mensen zijn nieuwsgierig en op zoek naar uitdagingen en nieuwe belevingen. Nieuwe dingen leren zijn eigenlijk vitamines voor je brein. Je leert trouwens niet alleen iets over jezelf, maar kijkt ook met een andere blik naar hen die-het-ook-(bijna)-kunnen en gaat hen waarderen. Verder leer je ook anders naar jezelf kijken, want je leert dingen die je eerst niet wist dat je het kon. Als je iets nieuws leert, groei je en dat geeft een geluksgevoel.

fouten maken is goed

Iets nieuws leren roept angst en spanning op. We zijn namelijk bang dat het niet lukt en dat we mislukken. Ik kan je vertellen dat je door het maken van fouten juist veel leert, vooral als je er een positieve leerervaring van kunt maken. Dit brengt zelfvertrouwen, sterke zelfsturing, motivatie en doorzettingsvermogen.

fouten oefenen

Het is belangrijk dat je over fouten maken praat en dit oefent, daarom een aantal voorbeelden voor thuis of op school:
– maak als volwassene zelf fouten en leg gelijk uit wat je hiervan leert.
– praat over hoe je hersenen leren en wat fouten maken je oplevert.
– bedenk een coöperatieve werkvorm over fouten maken en laat de kinderen in tweetallen of groepjes erover praten.
– praat tijdens een instructie over de fouten die gemaakt kunnen worden.
– geef kinderen een compliment als ze een fout maken en vraag direct wat ze er van geleerd hebben.
– laat kinderen hun werk zelf (of van het buurkind) nakijken en laat ze elkaar dan tips geven.
– geef vooral feedback over het leerproces, zodat kinderen leren zien wat ze doen.

Mindset

Als je fouten niet meer leert zien als mislukking of bedreiging, maar leert zien als een uitdaging, dan verandert je manier van leren. Je hebt dan een positieve mindset, waardoor je juist een steeds hoger niveau haalt. Dus van fouten leer je veel, laten we daarom maar veel fouten blijven maken!
Wil je bij een kind investeren in een positieve mindset, kijk dan eens naar het werkmateriaal van het talentenlab, ik werk er graag mee.

systemisch werk in het onderwijs

Dit jaar heb ik een cursus Groepsgeluk gedaan, dit is praktische manier van systemisch werk in de klas. Kort gezegd laten de kinderen met houten poppetjes, picto’s en symbolen zien wat er onderhuids speelt en wat er achter gedrag schuilgaat. Als je met deze tool de dynamiek in een groep zichtbaar maakt, krijg je direct een beeld hoe je de balans weer kunt herstellen. Je kunt Groepsgeluk gebruiken bij lastige situaties in de groep als ruzies, groepsdruk, wederzijdse irritaties en bij vriendschappen.

systemisch werk op school

Door de training bij Groepsgeluk ben ik mij gaan interesseren voor systemisch werk in het onderwijs. Er zijn gelukkig veel boeken en opleidingen te vinden. Ik ben onder andere een opleiding Systemische Pedagogiek gaan volgen bij het Hellingerinstituut. Ik ben blij met de inspiratie en informatie die ik daar vind.
Een van de dingen die ik daar heb geleerd, is dat je bij veel systemen hoort. Als je ze voor een kind allemaal op een rij zet, kom je aan een lange rij. Denk bijvoorbeeld aan hun gezin van herkomst, de familie van hun beide ouders, de klas op school, de sportvereniging, de bso, een vriendengroep… en ga zo maar door.

de volle honderd procent

Als je weet dat iedereen aan veel systemen verbonden is, dan weet je dat ieder kind dagelijks veel systemen meebrengt naar school. Kinderen zijn afhankelijk van deze systemen en zijn hier trouw en loyaal aan, ze hebben geen andere keuze.
Kinderen zijn steeds aan het voelen of het wel veilig genoeg is om hen heen. Als ze zich niet veilig voelen, dan worden hun gedachten weggetrokken, kunnen ze zich niet verbinden en is luisteren moeilijk. Zij kunnen zich dan niet voor de volle honderd procent geven om te leren of te spelen. Bedenk als leerkracht dus steeds, of dat wat je vraagt van de kinderen, voor hen op dat moment wel haalbaar is….

loyaliteit

Ik ben anders gaan kijken naar de loyaliteit van een kind. Iedereen kent het begrip loyaliteit. Een kind wil vooral trouw en loyaal aan zijn ouders zijn. Ouders geven hem of haar immers een basis en veiligheid, hoe complex het thuis soms ook kan zijn.
Iedere familie heeft patronen en wil je erbij horen, dan kun je het beste hier aan meedoen. Een kind wil vooral dat zijn systeem heel en compleet blijft en neemt dus deze patronen over.
Soms vragen we als school of als leerkracht aan de kinderen om ontrouw te zijn aan de patronen van thuis. Een kind kan dan in een loyaliteitsconflict komen, dat is lastig en kan moeilijk gedrag opleveren. Het is dus belangrijk dat we af en toe bewust nadenken of we het kind genoeg gelegenheid geven om loyaal te blijven aan de patronen van thuis. Onze mening of ons oordeel is niet altijd op zijn plaats, ook al doen we het uit een groot hart vol goede bedoelingen…..

een visueel gesprek voeren

Al een poosje werk en praat ik met kinderen over hun werkhouding, hun faalangst of andere moeilijke situaties die ze tegenkomen. We hebben dan ‘een visueel gesprek’ waarin we praten, tekenen en kijken naar wat er gebeurt. We ontdekken dan vaak heel interessante dingen die we gewoon kunnen veranderen.

Teken je gesprek

Ik heb een aantal cursussen gedaan volgens de methodiek van Teken je Gesprek. Met deze methode breng je een probleem visueel in kaart. Als een kind bijvoorbeeld steeds ruzie krijgt op het plein, dan kun je deze gebeurtenis helemaal uittekenen. Je gebruikt hierbij kleuren (die iets zeggen over het bijpassende gevoel). Maar ook teken je de gedachtes en gevoelens van het kind erbij , waardoor je een mooi overzicht krijgt van een gebeurtenis.
Door de juiste vragen te stellen en samen te kijken, ontdekt het kind waarom het probleem steeds voorkomt. Tijdens dit onderzoekje komt het kind vanzelf op een idee voor nieuw gedrag. We tekenen dit nieuwe gedrag helemaal uit en dan kan er een periode geoefend worden. Ik heb al aardig wat veranderingen gezien.

een gesprek met een kind die steeds problemen op het plein had.
Het nieuwe gedrag hebben we uitgetekend en door dit te oefenen is het goed gelukt 🙂

een visueel gesprek voeren over werkhouding

Ook de werkhouding kun je op deze manier in beeld brengen. Samen met de kinderen kijk je dan wat er tijdens de werkles gebeurt en welke gedachtes en gevoelens er dan voorbij komen. Je krijgt dan snel in beeld wat er verandert kan worden. Lukt het uitzoeken niet in 1 keer, dan kun je nog verder een onderzoek doen naar de voor- en nadelen van het oude of het nieuwe gedrag. Het kind ziet dan snel wat er het beste kan veranderen. Deze manier van werken zorgt dat er veel motivatie is om aan de slag te gaan, het is een krachtig middel.

helpende gedachten

Tijdens de gesprekken probeer je positieve gedachtes te gebruiken om het gedrag te veranderen. Een goed hulpmiddel zijn de kaartjes met helpende gedachten. Als je een niet-helpende gedachte in je hoofd hebt, kun je daarvan afkomen door bewust een andere gedachte daarvoor in de plaats te zetten. Deze kaartjes brengen kinderen op goede ideeën. Ik geef deze gedachtes vaak mee op een kaartje.
Laatst had een meisje mooie helpende gedachte uitgekozen om het doorwerken tijdens het werken te verbeteren. Ze wilde deze gedachte zelf tekenen en mooi maken en op haar tafel plakken. Dat hebben we maar gelijk gedaan!

een kaartje met een helpende gedachte voor op tafel…


Ik ben blij dat ik deze vaardigheid al goed in mijn vingers heb en veel kinderen verder kan helpen! Als ik een kind bij jullie op school kan helpen, neem dan contact op, dan kom ik er graag over vertellen.

groepjes maken in de klas

het lijkt simpel en dat is het ook

Het is altijd de vraag hoe je het beste de kinderen in je klas over het lokaal verdeeld. Ga je groepjes maken, zet je ze in rijtjes of maak je een u-vorm… Alles heeft voor- en nadelen, iedereen kan ze wel bedenken. Als je er meer over de nadelen wilt lezen, lees dan dit artikel op klasse.

Het groepsklimaat

Hoe je je groep indeelt, heeft veel invloed op je groepsklimaat. Heb je een positief groepsklimaat dan is je groep sociaal en heeft dit ook weer invloed op het werkklimaat. Uit een onderzoek aan de universiteit van Nijmegen is gebleken dat als je kinderen bij zoveel mogelijk verschillende klasgenootjes zet, iedereen elkaar beter leert kennen. Als iedereen elkaar beter kent, dan worden kinderen aardiger voor elkaar. Als je eerst dacht dat iemand niet zo leuk zou zijn, ga je er dan anders over denken…. Dat klinkt goed!

groepjes maken

Groepjes indelen is geen eenvoudige klus, vaak blijf je maar denken en kinderen schuiven. Om groepjes te maken, kun je een paar hulpmiddelen gebruiken. Zo kun je een sociogram maken of je kunt kinderen zelf laten kiezen. Maar er zijn ook handige online tools die je kunt gebruiken op je digibord.
Zelf ben ik enthousiast over social shuffle. Dit is een website wat je samen met de kinderen kunt bekijken op je digibord en het live kunt doen. De site legt het op een leuke manier stap voor stap uit.
Het grote voordeel is dat het niet jouw indeling is, maar dat het echt willekeurig is.
De site geeft precies aan hoe het werkt en je kunt het aanpassen aan de groepsgrootte en tafelopstelling. Als je de cookies accepteert, onthoud hij je gegevens en kun je de volgende keer gewoon weer op deze manier een opstelling maken. Ook is er een handig knipvel om kinderen een symbool toe te wijzen, dan gaat het wat makkelijker.
Er is natuurlijk ook een nadeel, zo kun je kinderen geen kenmerk toewijzen, of een mismatch aangeven.
Er kunnen dus kinderen naast elkaar komen die voor veel herrie gaan zorgen. Zij hebben dan deze periode een hoop te leren 🙂

Uiteraard zijn er nog een aantal andere digitale varianten te vinden om groepjes te verdelen, zoals random name picker of klasindeling van gynzy.

En dan…

Als de klas een nieuwe indeling heeft, zorg er dan voor dat de kinderen weten hoe ze zich moeten gedragen in het nieuwe groepje. Zorg dat ze elkaar leren kennen en dat ze goed kunnen werken. Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat de verwachtingen duidelijk zijn en uitgesproken worden. Want als deze duidelijk zijn, kunnen de kinderen betere keuzes maken. Wil je hier meer over weten, lees dan waarom verwachtingen uitspreken belangrijk is!

het effect van een goed compliment

een compliment

Wat levert een complimenten op

Wist je dat als je een compliment krijgt er veel dopamine vrij komt, waardoor je een goed gevoel krijgt… Dat is goed nieuws, zeker omdat dit niet het enige voordeel is, want dopamine versterkt ook nog eens je geheugen. Met complimenten werken in het onderwijs is dus een helpend en krachtig instrument.
Maar laten we eerlijk zijn… het geven van complimenten gaat ons NL’ers niet heel gemakkelijk af, elkaar bekritiseren zit meer in onze volksaard. Het zou prettig zijn als we elkaar meer waarderen en complimenteren, daarom wrijf ik jullie graag het volgende nog even in 🙂

win-win

Er zijn veel positieve kanten aan een goed compliment, het levert bijvoorbeeld een win-win op. Een goed gekozen compliment zorgt ervoor dat gewenst gedrag vaker voorkomt en als het gewenste gedrag vaker voorkomt, wordt de gever van het compliment indirect ook beloond.
Naast de win-win kun je zeggen dat een compliment positieve invloed heeft op de motivatie en het zelfvertrouwen van een leerling. Verder versterkt het geven van complimenten de relatie van de leerkracht met het kind en een kind leert dat gewenst gedrag positieve aandacht oplevert. Een goed geformuleerd compliment vertelt duidelijk wat gewenst gedrag en de kaders zijn. Het zorgt voor een betere groepssfeer en dat iedereen zich richt op positief gedrag. Kortom: in een de klas levert een goed compliment de leerling én de leerkracht veel op en daarom is het dus slim om te investeren in complimenten.

Je kunt verschillende soorten complimenten geven, zoals:

  • Je hebt…. (een compliment over het uiterlijk, bv. de mooie bril, de zachte haren)
  • Je bent….. (een compliment over dat wat iemand goed kan, bv. goed in rekenen, grappen maken)
  • Je hebt…. (een compliment over de spullen die iemand heeft bv. de mooie pen, een handige tas)
  • Je kan…… (een compliment over wat je goed kunt, bv. goed turnen of mooi schrijven)

waarvoor kun je een complimenten geven

Je kunt in veel verschillende situaties een compliment geven, denk bijvoorbeeld aan een compliment:

  • Om te prijzen: (voorbeeld: ‘ik zie dat je fijn hebt samen gespeeld buiten’, of ‘je hebt al veel sommen gemaakt, je bent al bijna klaar, fijn!’)
  • Om te bedanken (voorbeeld: ‘wat fijn dat je de boeken zo netjes hebt opgeruimd, dankjewel!’)
  • Om gewenst gedrag te bevorderen (voorbeeld: ‘goed om te zien dat je boeken al klaar liggen op tafel, nu kun je gelijk starten.’).
  • Om gedrag bij te sturen (voorbeeld: ‘ik zie dat je boeken klaarliggen, weet je wat je moet doen bij vraag 1?’)
  • Om een leerresultaat te bevorderen (voorbeeld: ‘ik zie dat je keihard hebt gewerkt aan deze sommen. Eerst had je bijna alles fout, maar na het oefenen heb je de som onder de knie, top!’)
  • Om te laten merken dat je ziet dat ze hun best doen (voorbeeld: ‘ik zie dat je hard hebt gewerkt, je hebt al veel sommen gemaakt, goed zo!’)
  • Om te laten zien dat ze vooruitgaan (voorbeeld: ‘Ik zie dat je een keer boos was, maar dat je eerst ging tot 10 tellen voor je wat zei, fijn’).

Als je dan uiteindelijk een compliment gaat geven, is het belangrijk dat je een compliment geeft die je meent, dat je iemand aankijkt en dat je zorgt dat het compliment bij de ontvanger past.

Averechtse complimenten

Er zijn ook nadelen aan het geven van complimenten, dan werken ze juist averechts. Als je bijvoorbeeld kinderen prijst voordat ze het echt verdienen, kan het kind zijn eigenwaarde laten afhangen van de reacties of complimenten van anderen. Het kind voert dan een taak uit om een compliment te krijgen en niet om zelf een prestatie neer te zetten. Op deze manier worden kinderen eerder faalangstig en is de kans op onderpresteren groter.
Het is verder belangrijk dat iedereen in de groep ongeveer even veel complimenten krijgt, anders krijgen bepaalde kinderen een minderwaardigheidsgevoel.
Verder is het ook belangrijk dat je beter geen complimenten kan geven over de intelligentie van kinderen. Ze leren dan dat het vaststaat wat ze kunnen en krijgen dan sneller een fixed mindset. Als je complimenten uitdeelt over de inzet van het werken, kiezen kinderen vaker voor uitdagende opdrachten die hun kennis en vaardigheden vergroten.

Afijn, ik hoop dat ik je heb kunnen motiveren om vaker een compliment te geven. Ook al vind je dat je er al best veel uitdeelt, meer kan altijd. Zeker als je je beseft dat je 4 complimenten tegenover één correctie moet zetten. Complimenten geven kan gemakkelijker als je tijdens de dag duidelijk de verwachtingen uitspreekt, dan weten de kinderen welk gedrag positief gedrag gewenst is…
Ik wens je veel win-win toe!

Het gebruik van keuzetaal

keuzetaal

Soms gaat het moeilijk in een klas, dat kan door allerlei redenen komen. De groepsdynamiek is (nog) niet positief, er zijn veel kinderen met verschillende aanpakken, er zijn veel invallers geweest of er staat een starter voor de groep…
Als het nog niet lekker loopt in een groep, zie je vaak dat leerlingen ongewenst gedrag laten zien.

gedragsmanagement

Als IB’er probeer ik mijn collega’s goed te helpen om het groepsklimaat te verbeteren. Als een groep lekker in zijn vel zit, gaat het leren een stuk gemakkelijker. Ik ben dus altijd op zoek naar fijne tips voor leerkrachten, waar ze gemakkelijk mee aan de slag kunnen.
Laatst kreeg ik een handig pocketboekje ‘gedragsmanagement in de klas’ van Peter Hook en Andy Vass in handen. Daar staan veel handige tips en tools in. Zo leggen zij het gebruik van keuzetaal uit, dat vind ik een handige tip!

Keuzetaal

Het veranderen van het ongewenste gedrag kun je goed voor elkaar krijgen met het uitspreken van keuze-taal, want:

  • Met keuzetaal heeft de leerling het gevoel dat ze gedrag kunnen kiezen, waardoor ze zich autonoom voelen.
  • Met keuzetaal vertel je ze dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun gedrag. Ze hebben de keus om te doen wat je hen hebt gevraagd, of ze kiezen voor de bijbehorende consequentie.
  • Met keuzetaal voorkom je een machtsstrijd of een confrontatie.

Bij goede keuze taal zijn er 3 belangrijke zaken:

  1. Geef een keuze binnen het speelveld en regels van de groep. Door bijvoorbeeld te verwijzen naar ‘onze regels’, zorg je ervoor dat de regels niet aan jou als persoon gekoppeld worden, waardoor leerlingen minder de neiging hebben om je uit te dagen.
  2. Keuzetaal beïnvloedt een leerling, het zorgt dat het kind de juiste keuze maakt.
  3. Blijf niet aanhoudend waarschuwingen geven, want dan gaan de leerlingen steeds een stapje verder. Als een leerling blijft volharden in zijn slechte keuze, dan kun je de vooraf vertelde consequentie toepassen. Uiteraard verwacht je bij iedere consequentie dat deze wordt nageleefd. Verwoord deze fase ook in keuzetaal en gebruik de volgende stappen:
  • Je zegt: ‘Jack je hebt ervoor gekozen om aan het einde van de les een gesprek te hebben met mij. Ga nu naar je plaats, dankjewel’.
  • Als de leerling dan nog doorgaat met door de groep lopen en openlijk weigert mee te werken, geef dan weer een keus.
  • Als de leerling meewerkt, dan herstel je de relatie en geef je een compliment.

Er zijn veel manieren om keuzetaal uit te spreken. Om je op ideeën te brengen nog een aantal voorbeelden:

  • Een keuze geven met duidelijkheid over de regels: ‘Kees, je weet dat het onze regel is om je hand op te steken als je wat wil zeggen. Ik zou willen dat je je nu aan deze regel houdt, dankjewel’.
  • Een keuze met erkennen en sturen: ‘Ik begrijp dat je nu een vraag wilt stellen aan je buurvrouw, maar dat kun je ook doen aan het einde van de les (erkennen) en nu wil ik graag dat je verder werkt aan je taak (sturing), dankjewel (verwacht naleving)’.
  • Als een leerling roept dat je ze niet kunt dwingen, dan kun je alleen maar vaststellen dat dit zo is. Dit kun je in je voordeel laten werken door te benoemen dat je het eens bent, maar dat je toch verwacht dat ze je instructie gaan uitvoeren. Een voorbeeld: als leerlingen blijven kletsen en je vraagt ze hiermee te stoppen, zegt 1 van de meiden dat je niet kunt dwingen. Hier antwoord je op: ‘Daar heb je gelijk in, ik kan je niet dwingen en toch vraag ik je om ervoor te kiezen om je werk binnen 5 minuten af te maken, dankjewel’
  • Als-dan-keuze: een eenvoudige ouderwetse regel die neerkomt op: ‘als je je bord leeg eet, dan krijg je een toetje…’.
  • De of-of keuze: Deze manier van spreken zorgt ervoor dat het duidelijk is wat de bedoeling is. Een voorbeeld: ‘Janine je kiest ervoor om te gaan zitten of om 5 minuten na te komen’.

Kortom: vaak zetten we onze leerlingen voor een voldongen feit. Dit roept weerstand op, want iedereen heeft graag een keuzemogelijkheid. Via keuzetaal kunnen de kinderen zelf kiezen voor de consequentie, maar worden ze aangemoedigd om dit niet te doen. Als je deze vaardigheid oefent heb je het zo in de vingers en levert het veel win-win-situaties op…. Succes!

– wacht niet op een goede dag, maar probeer er een te maken –

Als je een moeilijke groep hebt en je bent op zoek naar een oplossing, dan kan ik de leerkracht coachen en veel nieuwe vaardigheden aanbieden om het tij te keren….. Neem vrijblijvend contact op en dan leg ik het uit.

waarom verwachtingen uitspreken belangrijk is

verwachtingen

 

Mijn kinderen zitten midden in de pubertijd en ik probeer ze te stimuleren om door te zetten bij het maken van hun schoolwerk. Voor een puber is het moeilijk om verder vooruit te kijken en ze voelen zich toch best wel snel aangevallen. Iedere dag moet er aan een ander touwtje getrokken worden, zoals het touwtje van ‘zin maken’, of het touwtje van ‘tijd vrij maken’, of die van ‘het zelfvertrouwen’. Het is even zoeken welk touwtje op welk moment aandacht nodig heeft.

verwachtingen

Het uitspreken van verwachtingen vind ik belangrijk. Door deze te vertellen is het maar duidelijk waar je het over hebt en waar er naar toe gewerkt wordt. Zelf weet ik deze eigenlijk ook graag als ik iets nieuws ga doen of leren…
Er wordt in de literatuur snel over dit onderwerp heen gepraat, net alsof we het wel weten. Gelukkig vertelt Covey er veel over. Als je de persoonlijke groei van een ander wil vergroten en een taak geeft, zijn de volgende zaken volgens hem belangrijk:

  1. Bespreek je eerst wat het gewenste resultaat van de taak is, waarbij je vooral de vrijheid van de manier waarop die uitgevoerd kan worden open laat.
  2. Bespreek een aantal basisregels en vertel vooral ook wat er mis kan gaan. Het helpt om over andermans fouten te vertellen, dan weet je al wat je niet hoeft te proberen.
  3. Geef aan welke hulpen gebruikt kan worden bij het maken van de taak, zoals welke ondersteuning je kunt inzetten, welke techniek je kunt toepassen en waar je informatie kunt vinden.
  4. Vertel verder de prestatienorm, het tijdspad en op welke manier de evaluatie wordt gedaan.
  5. Geef als laatste aan wat er zal gebeuren als het doel wel of niet wordt behaald. Daarna kan de taak gestart worden

Je moet iemand begeleiden bij het aanleren van een nieuwe taak tot ze competent genoeg zijn om het alleen te doen. Ze krijgen dan meer zelfvertrouwen en kunnen een taak echt zelfstandig uitvoeren. Dit vraagt om een goede observatie, doorvragen en vertrouwen geven.

Ik blijf dit dus mijn verwachtingen verwoorden, want dat helpt bij het leren van nieuwe dingen!

yes and no
is het yes of is het no?

uit: ‘de kleine Covey’ van Jan Kuipers & Ben Tiggelaar

een positieve groep

awesome today

Om als kind een awesome day te hebben op school, zijn er verschillende ingrediënten en factoren nodig. Voor een schoolkind, spelen een aantal factoren een rol: het neemt zichzelf mee, het is individu in een groep en dan zijn er nog de taken die die dag uitgevoerd mogen worden 🙂

Het kind zelf

Iedereen heeft een eigen dynamiek en manier van ontdekken en leren. In de omgeving van een kind zijn ouders (of opvoeders) belangrijk, is er de school die vanuit een visie werkt en is er een sociaal netwerk rond het kind, waar ze veel ervaringen meemaken.
Ieder kind is uniek en van nature nieuwsgierig. Om goed tot ontwikkeling te komen, heeft iedereen behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Een kind heeft van zichzelf veel tools en nieuwsgierigheid om er een fijne dag van te willen maken.

De groep

Om lekker mee te kunnen draaien in een groep is veiligheid van groot belang. Is er geen veiligheid dan ga je automatisch in de vlucht- of vecht-stand en kom je niet toe aan ontwikkelen. Voor iedereen is het belangrijk dat je gehoord en gezien wordt. Net zoals het gevoel dat je enige invloed kunt uitoefenen op spel, het proces of in vriendschap. Contact maken met iemand in je buurt is belangrijk en iedereen doet dit op zijn eigen manier.

In een positieve groep komt ieder groepslid het beste tot zijn recht. Het is voor een school dus belangrijk dat er veel aandacht uitgaat naar het groepsproces. Als het lukt om een samenhangende groep te krijgen, waar iedereen een positieve rol kan nemen, kan iedereen groeien & bloeien.

Een positieve groep maken

De leerkracht heeft veel invloed op het groepsproces. Zij zijn het grote voorbeeld en het is belangrijk dat ze een positieve leidersrol innemen. Er zijn veel groepsvormende activiteiten als energizers en coöperatieve werkvormen te vinden. Kinderen leren op deze manier samen te werken en elkaars positieve kanten te ontdekken. In een dergelijke groep krijgt positief gedrag veel aandacht, waarbij de feedback ‘goed gedaan’ niet voldoende is. Als je uitlegt waarom dit gedrag positief en belangrijk is, zal het gedrag vaker herhaald worden.

Verder is het altijd goed dat verwachtingen worden uitgesproken en regelmatig worden nabesproken. Als het niet gelukt is om de verwachtingen te behalen, is dat niet erg, als er samen wordt nagedacht hoe dit de volgende keer wel gaat lukken. Iedereen wordt verantwoordelijk gemaakt voor gedrag en praat mee over mogelijke oplossingen.

Om een positieve groep te maken is het is belangrijk dat iedereen verantwoordelijk is voor het groepsproces. Er worden samen groepsregels gemaakt waar iedereen aan mee wil doen.
Als er conflicten in de groep zijn, is het verstandig om hier bij stil te staan. Leg de nadruk op de (door de leerling opgestelde) klassikale afspraken en bespreek wat de oplossing is om deze ruzies in de toekomst te voorkomen. Neem iedere dag tijd om de afspraken door te nemen en te kijken of het lukt met elkaar. Dat laatste levert weer veel complimenten op en zorgt ervoor dat de groep positief blijft.

 

Wil je meer weten over hoe je een positief groepsklimaat kunt stimuleren, dan is er veel informatie te vinden.
* Handboek positieve groepsvorming van Maya Bakker-de Jong en Ivo Mijland
* Gelukkige kinderen in een gelukkige klas van Charlotte Visch
* Klasse(n)kracht: Met RESPECT voor de klas van Jelly Bijlsma
* Zin in school van Luc Stevens

 

Ik denk als IB’er graag mee met een leerkracht of een school over groepsprocessen. Zo kan ik observeren en de groep en groepsrollen in beeld brengen en samen oplossingen zoeken om een positief groepsklimaat neer te zetten.